In iedere editie nemen we een Clafist onder de loep. Deze keer stellen we vijf vragen aan projectmanager Herman Bultsma. Wie ben je? Wat boeit je? Wat drijft je? Maar eerst een korte introductie. Herman is een geboren en getogen Fries en is na enkele uitstapjes via Twente en de achterhoek in Midden-Nederland terecht gekomen. Als projectmanager is Herman bij nieuwe projecten betrokken van de eerste uitwerking van de ideeën tot de daadwerkelijke uitvoer en de oplevering van het project. Altijd met de insteek om zoveel mogelijk disciplines vanaf het begin bij het project te betrekken, om verrassingen achteraf te voorkomen.
Zowel in werk als privé is er één ding dat Herman echt typeert: uitdaging zoeken. Privé betekent dat bijvoorbeeld off-road in een 4×4 ‘green lanen’ in Wales en ‘Team Trophy’-racen in de Ardennen. Qua werk? Dat lees je hieronder.
1 Wat wil je nog bereiken?
Echte carrièredoelen stel ik niet. De stappen die ik heb gemaakt in mijn loopbaan, zijn dingen die op een goed moment op mijn pad terecht zijn gekomen. Van nature heb ik een open vizier en zoek ik graag nieuwe uitdagingen op. Als dingen te ‘gewoon’ beginnen te voelen, weet ik dat het tijd is voor iets nieuws. Als ik dan een nieuwe kans voorbij zie komen die me verder brengt, dan grijp ik die. Om dat te kunnen, moet je een beetje brutaal durven zijn. Niet alle functies die ik heb gehad, sloten rechtstreeks aan op mijn achtergrond. Maar juist van die uitdagingen leer je het meest en die kennis neem je weer mee in je volgende stap.
2 Wat zijn je grootste uitdagingen geweest en hoe ga je daar mee om?
De grootste uitdaging voor mij is de balans tussen werk en privé. Als je zoals ik plezier hebt in je werk, is het niet erg om eens zestig uren in een week te werken. Als je zestig uur per week werkt en eigenlijk alleen thuis bent om te slapen, zie je je kinderen niet genoeg.
‘ Niet alle functies die ik heb gehad, sloten rechtstreeks aan op mijn achtergrond. Maar juist van die uitdagingen leer je het meest’
Om die balans te vinden, moet je werk en privé anders indelen. Eerder naar huis bijvoorbeeld. Dan zie je je kinderen tijdens en na het eten – en als er dan alsnog werk te doen is, dan kun je de laptop nog eens openklappen zodra ze naar bed zijn. De coronaperiode heeft dit ook makkelijker gemaakt. Werkgevers zijn flexibeler geworden en er is meer ruimte om je eigen ritme te volgen.
3 Waar ben je in je carrière het meest trots op?
Ik heb al aan veel verschillende mooie projecten mogen werken voor grote en kleine opdrachtgevers, maar twee projecten blijven me altijd bij. Voor een grote Portugese supermarktketen heb ik een zuivelfabriek ontworpen en gerealiseerd. De directeur-eigenaar zou samen met mijn collega naar Portugal om het project en de mogelijkheden met de opdrachtgever door te spreken. Tot hij plotseling werd ingesneeuwd tijdens zijn wintersportvakantie. Ik werd gevraagd om mee te gaan en dezelfde avond zat ik in
het vliegtuig richting Lissabon. Dit was het begin van een project van vier jaar. Op basis van een Excel-sheet met gewenste productiegetallen en een handschets zijn we begonnen met het conceptontwerp van de zuivelfabriek volgens West-Europese standaarden. Tot de realisatie en oplevering vier jaar later, waren we betrokken. Een ander project was het vervangen van een complete verpakkingslijn voor mueslirepen in een bestaand, oud pand. De machines waren al ingekocht en ook het totale budget was al vastgelegd. Mij werd de vraag gesteld of ik de verpakkingsmachines op de juiste plaats wilde zetten. Dat moet kunnen, antwoordde ik. Toen ik me inlas in het project en me verdiepte in de staat van het pand, kwam ik erachter dat het niet zo makkelijk ging worden. Het gevolg was een grote uitbreiding van het project en budget. Door de stakeholders op het juiste moment aan te laten sluiten en mee te nemen in de besluitvorming is dit project tot een goed einde gekomen.
Een fout maken mag, zolang je ze toe kunt geven en kunt onderbouwen welke afwegingen je hebt gemaakt’
4 Welke eigenschappen zijn belangrijk om in jouw rol uit de voeten te kunnen?
Als Projectmanager moet je goed luisteren naar de behoefte van je opdrachtgever, maar ook naar de (eind)gebruikers en andere stakeholders. Deze informatie vertaal je door naar een oplossing. Sommige mensen kunnen dit van nature, maar voor mij was het echt iets wat ik moest leren. Ik werk met techneuten, maar mijn opdrachtgevers zijn dat niet. Met beide doelgroepen spreek je een eigen taal. Als je een techneut spreekt, doe je dit kort en bondig. Opdrachtgevers, of bijvoorbeeld de kwaliteitsdienst, moet je in je verhaal meenemen. Hoe je dit doet, leer je met de jaren. Maar ik kwam er ook achter dat ik hier nog verder in wilde groeien. Toen heb ik er een training ‘Bewust Leiderschap’ voor gevolgd. Zo blijf je jezelf ontwikkelen en word je nog meer van toegevoegde waarde voor de mensen met wie je samenwerkt.
5 Tot slot: welke adviezen geef je collega’s altijd mee?
Gewoon proberen en niet te bang zijn om fouten te maken. Als je iets nog nooit eerder hebt gedaan, is het logisch dat niet alles perfect verloopt. Ik heb wel eens bij de directie moeten komen om uitleg te geven. Diezelfde fouten maak je niet weer. Niet alleen omdat zij zeggen dat het de volgende keer echt anders moet, maar vooral omdat bepaald werk je eigen wordt. Je moet een keer hebben meegemaakt hoe het echt werkt en waar je tegenaan kunt lopen. Pas dan weet je wat je in het vervolg moet vermijden. Het is cliché, maar ook hierbij is communicatie van levensbelang. Een fout maken mag, zolang je ze toe kunt geven en kunt onderbouwen welke afwegingen je hebt gemaakt.