Nieuws

Door evenwichtige natuurbouw naar een weidevogelparadijs

Vereniging Natuurmonumenten: project Korendijkse Slikken. De Korendijkse Slikken is een uniek deltanatuurgebied aan het Zuid-Hollandse Haringvliet. Maar de weidevogelstand loopt er de laatste jaren hard achteruit. Voor de vereniging Natuurmonumenten aanleiding om het beheersysteem in het natuurgebied ingrijpend te herzien. een uitdagende klus aangezien in het gebied ook rekening moet worden gehouden met agrarische pachters. Aan CLAFIS de eer om het technologische fundament te leggen voor een gecompartimenteerd watermanagement dat Natuurmonumenten ondersteunt een evenwichtig, toekomstbestendig natuurgebied te realiseren.

Adembenemend slikkenlandschap

De Korendijkse Slikken is een buitendijks gebied waar de natuur nog in al haar pracht te bewonderen is. Dit mooie landschap van slikken, schorren, kreken en grasland is een belangrijke foerageeren broedplaats voor grote aantallen weidevogels. Van grutto’s, kieviten en scholeksters tot tureluurs en veldleeuweriken. Maar het gaat slecht met de weidevogels. Rutger Munters, projectleider bij Natuurmonumenten: ‘In de afgelopen tien jaar is de Nederlandse weidevogelstand met maar liefst zestig procent teruggelopen.’ Een trend die nog geen kentering laat zien. Samen met CLAFIS pakt Natuurmonumenten de uitdagende natuurbouwkundige handschoen op om, met respect voor de agrarische belangen, weer een weidevogelparadijs te maken van de Korendijkse Slikken.

‘ Aan de knoppen draaien van het waterpeil’

De Korendijkse Slikken is een uniek natuurgebied. Maar net als op andere plekken in Nederland, is ook hier de afgelopen eeuwen veel land ontgonnen ten koste van de natuur. Paul Molendijk, coördinator natuurbeheer bij Natuurmonumenten: ‘Van oudsher is dit een nat getijdengebied dat de mens later droog wilde leggen. Dus werden er heel veel sloten en greppels gegraven, sluizen aangebracht en molens geplaatst. In de geest van toen: alles om de drooglegging te optimaliseren. Maar die drooglegging is inmiddels zover doorgevoerd dat het gebied steeds minder geschikt is voor weidevogels. Samen met CLAFIS willen we nu een nieuw, natuurlijk evenwicht vinden. Met alle kennis over bodem- en graslandkenmerken en afwateringssystemen gaan we een optimalisatieslag terug maken. Om meer grip te krijgen op het waterpeil, willen we als het ware aan de knoppen kunnen draaien. Zo verbeteren we de omstandigheden voor de weidevogels en behouden we ondertussen de huidige landbouwmogelijkheden.’

Telemetrie in het landschap

In de Korendijkse Slikken worden meerdere percelen verpacht aan boeren. Die pachters mogen een bepaalde waterstand eisen. Niet direct schaakmat voor de weidevolgels als het aan Clafisten Michiel Kusters en Hanco Fredrikze ligt. Projectleider Michiel: ‘Het grote perspectief van dit project is natuurbouw: een expertise waar we bij CLAFIS ervaring mee hebben. In technische zin focussen we ons op aanpassingen ter bevordering van de waterhuishouding. Natuurmonumenten heeft een watersysteem nodig dat beïnvloedbaar is, en het liefst op afstand. Een systeem dat niet te beheersintensief is en waarvoor de juiste telemetrie aanwezig is. Een hele uitdaging zijn de benodigde ‘gecompartimenteerde’ waterstanden in het gebied. In het ene perceel wil je een lagere waterstand voor de pachter en in de percelen eromheen juist een hogere waterstand voor de weidevogels. Bovendien moet de overgang van die verschillende waterstanden niet te abrupt zijn, maar juist gelijkmatig.’

Gemalen en andere constructies op afstand bedienbaar

Hoe krijgen we om te beginnen meer water het gebied in? En welke maatregelen moeten we nemen om op elk afzonderlijk perceel de juiste waterstand te realiseren? Hanco, ontwerpleider bij CLAFIS: ‘Er moet een gemaal komen, want we gaan het waterpeil flink opzetten. Vervolgens moeten er allerlei kleine constructies komen voor de verdeling van het water. Waar mogelijk worden die constructies op afstand bedienbaar, afhankelijk van de kosten en hoe functioneel dit wordt geacht. Zo’n plan ontwikkel je natuurlijk in zeer nauwe samenwerking met Natuurmonumenten en haar omgeving. Immers, zij moeten straks het beheer voeren in het gebied, met zo positief mogelijke effecten voor de weidevogels. Alles is erop gericht om het waterbeheer zo makkelijk, flexibel en efficiënt mogelijk te maken. Daar waar mogelijk gebeurt dat straks automatisch en waar noodzakelijk via afstandbediening.’

Van technisch ontwerp naar praktische uitvoerbaarheid

Project Korendijkse Slikken draait om een veel intensievere samenwerking dan de traditionele opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie, vinden zowel Natuurmonumenten als CLAFIS. Paul: ‘Bij Natuurmonumenten hadden we al een idee hoe we dit wilden gaan doen, er was een grof schetsontwerp met onder meer beheerpeilen per perceel. Maar uiteindelijk was onze vraag: hoe krijgen we dit doorvertaald naar een technisch ontwerp dat ook in de praktijk uitvoerbaar is?’ Michiel beaamt dit. ‘Natuurmonumenten heeft CLAFIS mede ingevlogen vanwege onze expertise op het gebied van natuurbouw. Maar we hoeven ze echt niet te adviseren wat voor impact welke maatregel zal hebben op welke weidevogelsoort. Dat heeft Natuurmonumenten allemaal al omschreven. Aan ons de vraag om alle fases van het ontwerpproces in goede banen te leiden. Dus van schets ontwerp (SO) naar voorlopig ontwerp (VO), definitief ontwerp (DO), technisch ontwerp (TO), bestek (BE), aanbesteding en uitvoering.’

Multidisciplinaire uitdaging

Om te zeggen dat project Korendijkse Slikken multidisciplinair van aard is, is een understatement. Michiel: ‘Natuur is uiteraard de essentie van dit project. Onze expertise in natuurbouw is dan ook een belangrijke reden dat we samenwerken. Daaromheen zitten andere disciplines waarin CLAFIS sterk is, zoals civiel, werktuigbouw en elektrotechniek. Al die disciplines hangen nauw samen. Stel, er moet een gemaal komen. Dat is civiel. Maar in zo’n gemaal komt ook een pomp, werktuigbouwkunde dus.  Die pomp moet aangedreven worden: procesautomatisering. Het gemaal moet in een gebouw komen met fundering en al, dus civiel. Zo grijpen alle disciplines hier steeds in elkaar.’ En bij een gemaal blijft het allerminst in de Korendijkse Slikken. Hanco: ‘Er moeten bijvoorbeeld sluisjes komen, Rutger Munters Paul Molendijk nieuwe of bestaande, die we gaan opwaarderen. Daar horen ook afsluiters bij inclusief aandrijving en procesautomatisering. En zo’n sluis moet fatsoenlijk geïntegreerd worden in de kades. Maar denk ook aan constructies als waterscheidende dammen, stuwen, duikers en doorstroomprofielen. We kijken bij dit project echt over de grenzen van disciplines heen en integreren alles in één plan voor een nieuwe, integrale gebiedsuitwerking.’

Alle disciplines onder één dak

Het multidisciplinaire karakter van dit project is nu juist de reden dat Natuurmonumenten gekozen heeft voor CLAFIS. Rutger: ‘Bij Natuurmonumenten wilden we een partner met zoveel mogelijk disciplines binnen één organisatie. Dit is een intensief en ingewikkeld project: als je dan meerdere ingenieursbureaus bij elkaar moet halen, dan wordt het er wat ons betreft niet efficiënter op.’ Met al zijn ervaring als projectleider weet Michiel hoe de hazen lopen. ‘Er is niks zo frustrerend als langs elkaar heen ontwerpen. Met meerdere partijen zul je dat toch eerder hebben. Daarom is het werken vanuit een natuurbouwteam binnen CLAFIS duidelijk en overzichtelijk.’

Laat de grutto’s maar komen

Op het moment van schrijven is voor de Korendijkse Slikken net de PVE-fase (programma van eisen) afgerond. De volgende stap is het voorlopig ontwerp (VO). In het broedvogelseizoen van 2024 moet de uitvoering achter de rug zijn. En dan? De stip op de horizon? Rutger: ‘Bij Natuurmonumenten hopen we uiteraard dat hier over enkele jaren de weidevogelstand daadwerkelijk toeneemt.Dan hebben we echt iets gerealiseerd dat z’n nut bewezen heeft.’ Paul haalt de stip op de horizon nog iets naar voren. ‘Beheermatig zijn we tevreden als we medio 2024 op een paar knoppen kunnen drukken en het water staat op de gewenste stand. Dat gaat direct heel veel opleveren. Denk alleen al aan het vijzelen voor de pachters en een lagere werklast voor boswachters omdat ze niet telkens naar alle afzonderlijke kunstwerken hoeven te lopen.’ Michiel knikt bevestigend: ‘Ja, dit is echt een heel zinvolle opgave voor onze specialisten in de operationele techniek.’ Paul mijmert ondertussen al over de toekomst. ‘Wat zou het  geweldig zijn als ik hier over tien jaar sta en mijn dochter kan vertellen: eerst waren de grutto’s op één hand te tellen en nu is het weer een weidevogelparadijs, net als vroeger.’

Benieuwd naar de rest van het magazine? Klik hier om het te downloaden.